
Overzicht van stedelijke ruimtelijke ordening
Stedelijke ruimtelijke ordening is het belangrijkste planningsinstrument om de stedelijke ontwikkeling van gemeenten in Duitsland te sturen. Stedelijke ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd in twee fasen, die uitvoerig zijn geregeld in het federale bouwwetboek (BauGB).
In de eerste fase wordt het bestemmingsplan (voorbereidend stedelijk bestemmingsplan) opgesteld voor het hele gemeentelijke gebied. Het vertegenwoordigt de algemene ruimtelijke plannings- en ontwikkelingsdoelstellingen van een gemeente en wordt voortdurend bijgewerkt door middel van wijzigingsprocedures. Het schetst de contouren van het type grondgebruik dat voortvloeit uit de beoogde stedelijke ontwikkeling.
Op basis hiervan worden ontwikkelingsplannen (bindende bestemmingsplannen) opgesteld, waarin het structurele en andere gebruik van land in afzonderlijke gemeentelijke gebieden gedetailleerd en op een algemeen bindende manier wordt vastgelegd.
Bestemmingsplan (voorbereidend bestemmingsplan)
Het bestemmingsplan (FNP) van de stad Jena in de versie van september 2005 is van kracht sinds 9 maart 2006. Meer uitgebreide informatie over het bestemmingsplan van de stad Jena is hier te vinden.(externe link)
Ontwikkelingsplannen (bindende bestemmingsplannen)
Een bestemmingsplan wordt uitgegeven als een wettelijke verordening en regelt het mogelijke gebruik van alle eigendommen binnen het bereik van dit bestemmingsplan. Het bepaalt bijvoorbeeld of en in welke mate een eigendom mag worden bebouwd.
Het bestemmingsplan kan ook bepalen dat er helemaal niet gebouwd mag worden omdat er een groenzone, een speeltuin, een weg of iets dergelijks gepland is. De mogelijke inhoud van een bestemmingsplan wordt gedefinieerd in sectie 9 van het Duitse bouwwetboek (BauGB).
De voorschriften in het bestemmingsplan zijn meestal ontwikkeld op basis van de specificaties van het bestemmingsplan en concretiseren de stedenbouwkundige activiteiten van de gemeente. Het ontwikkelingsplan bevat dus de juridisch bindende bepalingen voor de stedenbouwkundige organisatie.
Soorten ontwikkelingsplannen
Eenvoudig ontwikkelingsplan
Er is sprake van een eenvoudig bestemmingsplan als noch aan de vereisten van een gekwalificeerd, noch aan die van een projectgebonden bestemmingsplan wordt voldaan. Deze regelen in principe niet definitief de toelaatbaarheid van bouwprojecten in het kader van het bouwvergunningenrecht. De beoordeling van de situatie of het bouwproject waarvoor de bepaling ontbreekt, vindt plaats volgens artikel 34 BauGB(externe link) (indien in het binnengebied) of artikel 35 BauGB(externe link) (indien in het buitengebied). Voor de ontbrekende voorziening wordt dus uitgegaan van de ontwikkeling in de directe omgeving.
Gekwalificeerd bestemmingsplan
Er is sprake van een gekwalificeerd bestemmingsplan als het bestemmingsplan ten minste de volgende bepalingen bevat
- het type en de omvang van het bouwgebruik,
- de gebieden die bebouwd mogen worden en
- de lokale verkeersgebieden
bevat. Als een bouwgrond binnen het toepassingsgebied van een gekwalificeerd bestemmingsplan ligt, is een bouwproject planologisch toegestaan als het niet in strijd is met de bepalingen van het bestemmingsplan en de ontwikkeling is veiliggesteld.
Projectgebonden ontwikkelingsplan
Projectgebonden ontwikkelingsplannen kunnen worden opgesteld door de gemeenten op basis van een project- en ontwikkelingsplan dat is overeengekomen tussen een (particuliere) ontwikkelaar en de gemeente. Voorwaarde is dat de ontwikkelaar bereid en in staat is om het project en de inrichtingsmaatregelen te realiseren en zich in een uitvoeringsovereenkomst verplicht tot het uitvoeren van de maatregelen.
De aanvraag voor het opstellen van een projectgebonden ontwikkelingsplan is beschikbaar onder Downloads.
Procedure voor het opstellen van een stedelijk bestemmingsplan in de standaardprocedure
Inleiding van de procedure
Het initiatief voor het opstellen van een stedelijk bestemmingsplan komt van de overheid, politici, investeerders of burgers. Er bestaat geen recht op het opstellen van stedelijke bestemmingsplannen en dit kan niet worden vastgelegd in een contract (paragraaf 1 (3) BauGB).
De gemeenteraad of de verantwoordelijke commissie van deskundigen (in Jena de commissie voor stadsontwikkeling en milieu) bepaalt eerst de noodzaak van een ontwikkelingsplan / projectgerelateerd ontwikkelingsplan door middel van een inleidend besluit (ook bekend als een oprichtingsbesluit) in overeenstemming met artikel 2 (1) BauGB.
Opstellen van het voorontwerp
Na het besluit om het ontwikkelingsplan te initiëren, bereidt de betreffende vakafdeling - vaak in samenwerking met een planbureau - planningsalternatieven of voorontwerpen van het ontwikkelingsplan voor. Zodra deze beschikbaar zijn, informeert de overheid meestal in een vroeg stadium het publiek (artikel 3, lid 1, BauGB) en openbare instanties (artikel 4, lid 1, BauGB).
Het doel van vroegtijdige informatie is om de doelstellingen van de planning en mogelijke alternatieven bekend te maken, zodat zorgen, suggesties voor verbetering en ideeën in het ontwerp kunnen worden opgenomen. In deze context worden vaak uitnodigingen verstuurd voor een informatie-evenement waar de status van de planning publiekelijk kan worden besproken met vertegenwoordigers van de overheid en politici. De autoriteiten, verenigingen en andere gespecialiseerde bureaus worden hier los van betrokken.
Voorbereiding van het ontwerp
Rekening houdend met de resultaten van de vroegtijdige inspraak van het publiek en de autoriteiten, bereidt de administratie een ontwerpplan voor dat de plannen verder concretiseert en meer concrete specificaties bevat.
De stedenbouwkundige commissie (vooroverleg) en de gemeenteraad moeten het ontwerpplan goedkeuren en beslissen over de publieke terinzagelegging ervan voor een periode van één maand, maar minstens 30 dagen, of voor een langere periode als daar een belangrijke reden voor is (artikel 3, lid 2, BauGB). De locatie en duur van deze openbare vertoning moet minstens een week van tevoren plaatselijk worden bekendgemaakt.
Tijdens de openbare inzage kunnen opnieuw opmerkingen over de planning worden ingediend, waar alle burgers recht op hebben, zelfs als ze niet rechtstreeks door de planning worden getroffen. Tegelijkertijd worden de betrokken autoriteiten, organisaties en zogenaamde openbare belangenorganisaties op de hoogte gebracht van de openbare presentatie van het ontwerp en wordt hen gevraagd om commentaar te geven als ze er wel belang bij hebben.
Besluit over overweging en goedkeuring van het ontwikkelingsplan
De ontvangen opmerkingen worden verwerkt door de administratie en voor een beslissing voorgelegd aan de gemeenteraad. De gemeenteraad moet dan een eerlijke afweging maken tussen de openbare en particuliere belangen (§ 1 (7) BauGB) en beslissen of er rekening mee wordt gehouden of dat ze worden afgewezen (§ 3 (2) BauGB). De indieners van opmerkingen moeten op de hoogte worden gesteld van het resultaat van de beslissing.
Als de behandeling van de opmerkingen leidt tot significante wijzigingen, moet een nieuw ontwerp worden opgesteld en een nieuwe publicatie worden uitgevoerd (artikel 4a (3) BauGB).
Als de opmerkingen niet relevant zijn voor de planning en niet leiden tot significante wijzigingen in het plan, wordt de procedure voortgezet en wordt het bestemmingsplan afgerond met het besluit om de statuten aan te nemen (artikel 10 BauGB).
Rechtskracht
Het ontwikkelingsplan treedt in werking met de bekendmaking van het besluit over de statuten (paragraaf 10 (3) BauGB).
De juridisch bindende bestemmingsplannen kunnen te allen tijde door iedereen worden ingezien bij de betreffende vakafdeling, samen met de bijbehorende toelichting.
Deelname mogelijkheden
Als onderdeel van de procedure voor het opstellen van ontwikkelingsplannen zijn er over het algemeen twee fasen voor het indienen van suggesties, opmerkingen en meningen:
1. vroegtijdige inspraak (artikel 3 (1) BauGB)
In de eerste fase van publieke inspraak worden burgers zo vroeg mogelijk geïnformeerd over de plannen. Het onderwerp van de informatie zijn de algemene doelstellingen van de planning, mogelijke planningsalternatieven die overwogen kunnen worden voor de herinrichting of ontwikkeling van het plangebied en de verwachte effecten van de planning.
De plannen worden hiervoor meestal openbaar gemaakt. Tijdens de periode van publieke terinzagelegging heeft iedereen de mogelijkheid om commentaar te leveren op de plannen. Rekening houdend met de resultaten van deze vroegtijdige publieke inspraak stelt de verantwoordelijke gespecialiseerde dienst een ontwerp op voor de verdere planningsprocedure. De methode van vroegtijdige informatieverstrekking wordt ten minste in het officiële publicatieblad aangekondigd.
2e openbare vertoning (§ 3 (2) BauGB)
In de tweede fase van publieke inspraak wordt het overeengekomen ontwerpplan, waarin de resultaten van de vroegtijdige publieke inspraak zijn verwerkt, inclusief de planverantwoording, gedurende een periode van een maand (of langer) publiekelijk ter inzage gelegd. De locatie en de duur van deze openbare terinzagelegging worden ten minste een week van tevoren bekendgemaakt in het staatsblad. Overeenkomstige informatie is ook beschikbaar op het internet. Tijdens de periode van publieke terinzagelegging kan iedereen suggesties en verzoeken tot wijziging van de plannen indienen. Dit kan per brief, e-mail of mondelinge opmerkingen, die ter plaatse kunnen worden geregistreerd.
De administratie evalueert de ontvangen suggesties, bereidt de beoordeling voor en legt deze voor aan de gemeenteraad voor een beslissing. De gemeenteraad weegt de publieke en private belangen tegen elkaar en onderling af en beslist of er rekening mee wordt gehouden of dat ze worden verworpen. De indieners worden schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat van de beslissing van de gemeenteraad.
Je kunt de huidige openbare openstellingen hier bekijken.